Geschreven door Dirk Weidema.
Dat er in de IJmond op de korte- en wat langere termijn veel gaat veranderen zal u niet onbekend zijn. We krijgen te maken met (1) de komst van een nieuwe zeesluis, (2) de herinrichting van de Averijhaven, (3) uitbreiding van de lichtercapaciteit en (4) de komst van windturbines. Voor al deze werkzaamheden zijn MER’s (Milieu Effect Rapportages) gemaakt. In al deze onderzoeken is de conclusie dat e.e.a. binnen de gestelde normen blijft. Wordt de samenhang van al deze werkzaamheden ook bekeken? Rekent u even mee: 1 + 1 + 1 +1 = ??? Juist ja – volgens onze overheid blijft het één.
Welk van deze werkzaamheden levert de bekende druppel die de emmer (norm) doet overlopen? Ik neem ze met u door.
- Zeesluis
Het meest in het oog springende is de bouw van de nieuwe grote zeesluis. Meer informatie over de bouw vindt u hier. Het Eindrapport Nieuwe Zeesluis IJmuiden vindt u hier (u vindt onderaan de link naar het rapport (PDF)) Lees vooral pagina 46 en 47.
Op en rondom het sluizencomplex is sprake van een overschrijding van de grenswaarde voor de 24 uurgemiddelde concentratie PM10 (≈ 32,5 µg/m³). Deze overschrijding wordt (voornamelijk) veroorzaakt door op en overslag van met name droge bulkgoederen (kolen en erts) bij Tata Steel.
Er wordt in het “Eindrapport Zeetoegang IJmond” gesteld dat: “scheepvaart nauwelijks bijdraagt aan de overschrijding: de totale bijdrage van scheepvaart aan de overschrijding is beperkt tot ongeveer 0,4 µg/m³, hetgeen gelijk staat aan NIBM (Niet In Betekenende Mate)“.
Wanneer draagt een project niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging? Sinds 1 augustus 2009 geeft het Besluit NIBM de volgende voorwaarde: het project of de activiteit draagt maximaal 3% van de jaargemiddelde grenswaarde bij aan de concentraties fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met een toename van maximaal 1,2 µg/m3 voor zowel PM10 als NO2. Het project is NIBM als de toename voor één of beide stoffen hoger is. De werkelijkheid is echter schrijnend anders. Lees hier wat Trouw hier over schrijft. Bedenk ook dat een grotere zeesluis op den duur tot gevolg zal hebben dat er meer scheepvaart door het kanaal gaat varen.
- Averijhaven
Ten gevolge van de bouw van deze sluis moet de huidige lichterlocatie worden verplaatst. Inmiddels hebben zich verscheidene incidenten voorgedaan rondom de lichterlocatie en is gebleken dat in bepaalde situaties nautische knelpunten ontstaan. Hier liggen verschillende oorzaken aan ten grondslag, zoals:
- de lichtervoorziening ligt op de grens van de vaargeul naar de Noordersluis en de buitenhaven van Tata Steel;
- doordat het schip aan de zogenaamde IJ-palen ligt afgemeerd, wordt de vaarweg aanzienlijk versmald, wat de doorvaart van bepaalde grote of windgevoelige schepen bemoeilijkt;
- door de zuigende werking van sommige passerende grote schepen, kunnen trossen breken van bulkcarriers aan de IJ-palen.
Het huidige slibdepot krijgt zijn oorspronkelijke bestemming als “Averijhaven” weer terug en hier zullen de lichteractiviteiten gaan plaats vinden. Meer daar over vindt u hier.
- Uitbreiding lichtercapaciteit
Eind 2014 heeft het Havenbedrijf Amsterdam N.V. een nieuwe vergunning gekregen voor de overslag van steenkool en ertsen of derivaten van ertsen. In de oorspronkelijke vergunning van 28 januari 1998 was een capaciteit van 2 Mton (miljoen ton) vergund. Deze wordt nu in stappen uitgebreid naar een totale overslag capaciteit van 4.5 Mton/kalenderjaar.
Voor de lichtervoorziening werd voor de milieubelasting ingezet op “stand still” (geen verslechtering van het milieu) en waar mogelijk “verbeteren” doormiddel van BBT en BBT+ maatregelen. BBT+ staat voor Best Beschikbare Techniek “Plus”. Dit zijn technieken die effectief zijn, maar (nog) niet kosteneffectief behoeven te zijn. Helaas is gebleken dat de gewenste sproei installatie op de kraan niet mogelijk bleek te zijn en we moeten nog maar afwachten of de hijskranen op walstroom aangesloten zullen worden. Verdere details over de vergunning vindt u hier (let op de geel gemarkeerde tekst).
- Windturbines
Eneco en Windgroep IJmond hebben vlak voor de sluitingsdatum van 15 mei 2016 hun definitieve aanvraag bij de provincie ingediend voor de bouw van 6 windturbines op de noordelijke landtong van het sluizencomplex. Het wijkplatform heeft aangedrongen op een onderzoek naar de invloed van de windturbines op de uitstoot van de schoorstenen van Tata Steel (voor meer informatie, klik hier). Dit heeft het volgende opgeleverd.
- Windturbines hebben een sterke invloed op hoge schoorstenen: tot op 1,5 km afstand van de bron zijn de concentraties op de grond veel hoger (plus 10%) dan zonder de windmolens en voor grotere afstanden aanzienlijk lager.
- Hoge en lagere bronnen compenseren elkaar, waardoor het totaal effect (in deze situatie) vrijwel nul is.
- Meer over dit rapport en andere onderzoeken vindt u hier.
Op de valreep heeft ook Tata Steel een vergunning aangevraagd voor de bouw van 8 windturbines op haar grondgebied. Het betreft 2 turbines nabij de ertsopslag; 3 turbines in het verlengde van de huidige turbines aan de Reyndersweg en 3 turbines aan de zuidkant van de Zeestraat.
Tot slot een citaat uit de aangepaste Beleidskader Wind op Land 2014 n.a.v. de ingezonden zienswijzen.
“Door de cumulatie van geluidsbelasting van industrie en windturbines en de emissie van fijnstof ontstaat in Wijk aan Zee en directe omgeving een zodanige stapeling van effecten dat de kwaliteit van leefomgeving voor omwonenden en verder onder druk komt te staan. De effecten op de leefomgeving in samenhang met de landschappelijke en ecologische impact op het nabijgelegen duingebied bij Wijk aan Zee hebben geleid tot het schrappen van het noordelijk deel van dit herstructureringsgebied.”
Is 1 + 1 + 1 + 1 dan toch geen 1?
Mijn vraag aan u is: Heeft u enig idee wat de cumulatie van geluidbelasting van industrie, windturbines, scheepvaart en de emissies van fijnstof voor uw leefomgeving tot gevolg zal hebben? Wij zijn benieuwd naar uw reacties.
Geef een reactie