Onze omgeving heeft te maken met luchtverontreiniging uit verschillende bronnen. Scheepvaart is er een van. Dirk Weidema heeft hier vragen over gesteld aan verantwoordelijke instanties. Dat heeft de volgende informatie over de zwaveluitstoot van schepen opgeleverd.
Nederland zet in op vermindering van uitstoot van de scheepvaart. De scheepvaart is echter internationaal, en de afspraken hierover worden dan ook internationaal gemaakt, wat de materie complex maakt. De afspraken worden gemaakt in de Internationale Maritieme Organisatie in Londen (orgaan van de Verenigde Naties), en op Europees niveau. Een resultaat hiervan is bijvoorbeeld de zwavelnorm. In de Noordzee en Oostzee waren schepen in 2012 verplicht te varen op 1% zwavelhoudende brandstoffen. 1 Januari 2015 is deze norm verder aangescherpt tot 0,1% zwavelhoudende brandstoffen. In Europese zeeën zal een strengere zwavelnorm vanaf 2020 van kracht worden. Nederland streeft ernaar in 2020 ook mondiaal een strengere zwavelnorm in te stellen.
Er is overigens geen regelgeving voor de uitstoot als gevolg van gebruik van zwavelarme brandstoffen. Kortstondige extra uitstoot benodigd om een haven te verlaten geeft volgens de ILT geen aanleiding voor inspectie of controle: dit is toegestaan. Helaas zijn er nog steeds verouderde schepen in gebruik met technieken die invloed hebben op de mate van verbranding van brandstoffen in de motoren. Dit draagt bij aan het kleurverschil van de uitstoot, wanneer vergeleken met Diesel of LNG.
De inwerking getreden zwavelnorm had en heeft mede als doel de uitstoot van fijnstof te reduceren. Ten opzichte van zware stookolie kan gebruik van zwavelarme brandstoffen leiden tot vermindering van uitstoot van schadelijke deeltjes. Rijkswaterstaat hanteert bijvoorbeeld een reductie van 50% van fijnstof (PM10) bij gebruik van Marine Diesel (0,1% zwavelhoudend). Ook kunnen schepen overstappen op gebruik van zogenaamde scrubbers. Schepen kunnen dan op zware stookolie blijven varen in gebieden waar de strenge zwavelnorm geldt, maar zijn verplicht de uitstoot te “wassen”. Gebruik van scrubbers kan de uitstoot van fijnstof volgens bronnen 70-80% verlagen.
Hoe de ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) op juist gebruik van brandstoffen controleert is eerder al in een kamerbrief uiteengezet (zie bijlage). Dit gaat ook in op de vraag of de uitstoot gemeten wordt, en hoe dit gebeurt. Binnenkort wordt de Tweedekamer ingelicht op basis van de volgende motie (zie link). Op dit moment is de naleving van de zwavelnorm (erg) hoog. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat schepen op zware stookolie blijven varen. Dat dit in de media gesuggereerd wordt is niet te staven met de informatie die de ILT verschaft, en ook niet wat andere EU lidstaten communiceren. Ook de suggestie dat er te weinig wordt geïnspecteerd of gecontroleerd op juist gebruik van zwavelhoudende brandstoffen is niet staven.
In de bijlage is te lezen dat er streng op de zwavelnorm wordt gecontroleerd. Ook in grotere mate dan de getallen die in de media circuleren. Er moet namelijk een onderscheid gemaakt worden tussen controles door schepen te bezoeken, en controles op afstand (een veelvoud van controles aan boord). De ILT controleert namelijk risicogericht en informatie gestuurd om alleen die schepen te bezoeken en controleren waarvan overtreding van de norm verondersteld wordt. Dit voorkomt (administratieve) overlast aan schepen die de norm naleven, en verhoogt de pakkans van eventuele overtreders. Daarnaast zorgt het voor een zo efficiënt mogelijk gebruik van publieke middelen.
De nieuwe zwavelnorm heeft ook resultaat. De Europese Commissie meldt dat de naleving van de zwavelnorm hoog is, en de in de lucht aanwezige zwavel langs de kust van EU lidstaten (grenzend aan de delen in de zee waar de strengere zwavelnorm van kracht is) sinds de invoering tot 50-80% is gereduceerd. Met recht is de nieuwe zwavelnorm een succes te noemen, zowel in naleving als effecten op de luchtkwaliteit. In de beantwoording van de motie zullen we hier meer over te weten kunnen komen over de wijze van handhaving van de ILT.
Geef een reactie