Zienswijze op de “Conceptnotitie reikwijdte en detailniveau (NRD) milieueffectrapportage voor de herstructurering windenergie op land” van 21 mei 2014.
Velsen kent vele gezichten. Naast de industrie aan de noordkant en de havenactiviteiten aan de westkant zijn er ook natuurgebieden (Kennemerduinen) en parken (Velserbeek, Beeckestijn) en iets meer in de richting van Amsterdam het recreatiegebied Spaarnwoude, dat als groen buffer dient tussen Velsen en Amsterdam. De natuurgebied en parken zijn een goede, maar vooral ook een belangrijke compensatie voor de overlast van geluid en stof die de industrie en havenactiviteiten geven. Misschien is het nu nog niet aan de orden, maar we vinden dat er in dergelijke gebieden, of in de naaste omgeving hiervan, geen windturbines geplaatst mogen worden.
Hoewel het zicht vanuit IJmuiden op het Noordzeekanaal met de vele schepen die er doorheen varen voor veel mensen een zekere charme heeft, is het zicht op de industrie daarachter minder fraai, maar hier zijn we zo langzamerhand wel aan gewend geraakt. Het idee dat hier mogelijk op zijn minst zes windturbines zouden kunnen komen te staan (tegenwoordig met een ashoogte van 100 -120 m hoog) schrikt echter behoorlijk af. Het wijkplatform staat hier niet alleen in. We hebben reeds diverse bezorgde reacties ontvangen van mensen die vanuit hun woning aan de IJmuiderstraatweg uitkijken op de industrie. Zij zien de komst van windturbines beslist niet zitten.
Een ander belangrijk punt van zorg is geluidsoverlast. Veel geluid is iets waar je moeilijker aan kunt wennen en kan zelfs schadelijk zijn. Zo ondervinden we in IJmuiden-Noord en met name de mensen die wonen aan de IJmuiderstraatweg en Willebrordstraat, al jaren overlast van het stuwadoorsbedrijf Velserkom bij de 2e en 3e Rijksbinnenhaven. Het geluidniveau zit hier al aan het maximaal wettelijk plafond: zowel overdag als ’s nachts. Hier kan geen geluidsbron meer bij.
Verder kijken we met zorg naar de mogelijke locatie voor windturbines bij de spuisluis. In deze omgeving wordt gewerkt aan de herinrichting van de Averijhaven ten behoeve van het lichteren van schepen met bestemming Amsterdam. Bij het ontwerp van de nieuwe lichterplaats in deze Averijhaven heeft Rijkswaterstaat moeite moeten doen om het geluid binnen de grenzen te houden. Bij een eerste ontwerp kwam het geluidniveau 0,01 dBA boven de norm en moest er een aanpassing gemaakt worden.
We pleiten er dan ook voor dat in de MER niet alleen rekening gehouden wordt met het geluid van de windmolens, maar dat er tevens gekeken wordt naar de cumulatie van geluid ten gevolge van de reeds aanwezige geluidsbronnen en wat het gevolg hiervan is voor de omgeving.
We willen er verder op wijzen dat langs het Noordzeekanaal overal zogenaamde walradar aanwezig is. We vragen ons af of die niet beïnvloed wordt door windturbines.